u deze wet een aanzienlijke impact heeft op een groot aantal commerciële samenwerkingsverbanden, er niet contractueel van kan afgeweken worden en vanaf 01.02.2006 reeds in voege is getreden, is het niet onbelangrijk deze Wet even onder de loepe te nemen, zeker nu deze wet onmiddellijk toepasbaar is voor de overeenkomsten die vanaf 01.02.06 worden gesloten.
Initieel, zoals reeds in het regeerakkoord Verhofstad II werd vermeld, werd meer specifieke wetgeving beoogd m.b.t. uitsluitend de franchiseovereenkomst in navolging van een Frans gelijkaardig initiatief en de op internationaal niveau reeds bestaande Unidroit Modelwet van september 2002. Meer specifiek inzake franchising, heeft onze wetgever de precontractuele fase willen regelen ter ondersteuning van de verdere ontwikkeling van allerlei vormen van de commerciële samenwerking teneinde ondernemers die commerciële samenwerkingsakkoorden afsluiten te beschermen.
Na een golf van wetsvoorstellen werd het wetsontwerp van huidige wet zwaar onder vuur genomen, zelfs door de senaat geëvoceerd, doch na veel voeten in de aarde is uiteindelijk toch de Wet van 19 december 2005 tot stand gekomen.
De wet zoals ze nu is geworden, behelst evenwel een veel groter aantal commerciële samenwerkingsverbanden dan oorspronkelijk in het regeerakkoord Verhofstad II werd vermeld, dit met voor het eerst een wettelijke en vrij verregaande bescherming voor de verkrijger van een recht (zoals bvb. een franchisenemer in franchisecontracten).
I. Toepassingsgebied
Overeenkomstig art. 2 van deze Wet is deze van toepassing op:
1.commerciële samenwerkingsovereenkomsten
2.gesloten tussen 2 personen die elk in eigen naam
en voor eigen rekening werken,
3.waarbij de ene persoon het recht verleent aan de
andere,
4.die daarvoor een vergoeding van welke aard dan
ook, rechtstreeks of onrechtstreeks, betaalt,
5.om bij de verkoop van producten of de
verstrekking van diensten een commerciële
formule te gebruiken.
Deze formule kan één of meerdere van de volgende vormen aannemen:
- een gemeenschappelijk uithangbord
- een gemeenschappelijke handelsnaam
- een overdracht van knowhow
- een commerciële of technische bijstand
Samenwerkingsverbanden waarbij er geen rechtstreekse financiële stroom bestaat tussen bvb. franchisenemer en franchisegever, vallen derhalve evenzeer onder voormelde nieuwe wet.
Uit de memorie van toelichting van deze wet dient vastgesteld te worden dat het de bedoeling is dat de nadruk moet liggen op de verkoop van diensten of producten, dit met een ruime interpretatiemarge, en derhalve niet de technisch commerciële samenwerking voor de productie van goederen wordt geviseerd met deze wet.
Het hanteren van een merk van een andere firma bvb. in het kader van een publiciteitscampagne valt wél onder het toepassingsgebied van huidige nieuwe wet.
Kortom kan gesteld dat kort geschetst o.m. worden geviseerd:
- franchisecontracten
- affiliatiecontracten
- zeker een heel aantal distributiecontracten
- licentiecontracten
- minstens bepaalde makelaarscontracten, zoals bvb. verzekeringsmakelaarscontracten
- brouwerijcontracten
Vallen bvb. niet onder deze wet: agentuur- of commissieovereenkomsten.
Inzake stelt zich de vraag of huidige wet ook van toepassing is op contractsverlenging - hernieuwing of wijziging van de bestaande overeenkomst.
Wanneer we de Voorbereiden Werken erop naslaan, stellen we vast dat de Minister heeft gepreciseerd dat ingeval een overeenkomst moet worden vernieuwd, de nieuwe overeenkomst uiteraard onder het toepassingsgebied van de wet zal vallen.
Deze stelling ongenuanceerd toepassen, leidt tot onlogische situaties nu bvb. indien een contract wordt verlengd aan dezelfde voorwaarden, de verplichtingen zoals in de wet voorzien uiteraard niet relevant zijn en de ratio van de wet zo volledig teloorgaat.
Zo ook wanneer een contract wordt hernieuwd, doch niet onder dezelfde voorwaarden, stelt zich het probleem m.b.t. de vereiste bedenktijd van 1 maand waarop bepaalde gegevens dienden verschaft te worden, zoals hierna besproken.
In ieder geval zal de rechtspraak hieromtrent meer duidelijkheid moeten bieden.
II. Aan welke verplichtingen dient te worden voldaan indien uw samenwerkingsovereenkomst onder het toepassingsgebied van deze wet valt?
Ingevolge huidige wet op de precontractuele fase rust er een verplichting in hoofde van degene die een recht verleent om minstens een maand voor contractsluiting een ontwerp van overeenkomst te bezorgen alsmede een aantal bijkomende gegevens te verstrekken aan de andere contractspartij.
Deze verplichting heeft tot doel de contracterende partijen aan wie het recht wordt verleend een bedenktermijn te verstrekken en hem of haar de mogelijkheid te bieden om advies in te winnen omtrent de te sluiten commerciële samenwerkingsovereenkomst.
Het verstrekken van deze informatie dient schriftelijk te gebeuren of op een duurzame en toegankelijke drager.
De bewijslast opdat deze informatie op deze wijze aan de andere contractspartij werd overgemaakt, ligt ten laste van diegene die het recht verleent, zodat het absoluut aanbevelenswaardig is de betreffende informatie over te maken op een wijze die gemakkelijk traceerbaar en bewijsbaar is.
Niet evenwichtig is het feit dat er geen informatieplicht in de wet wordt voorzien in hoofde van diegene die het recht verkrijgt.
Wie is precies de franchisenemer waarmee u contracteert en werd de voorgaande commerciële activiteit positief of negatief beëindigd?
De persoon die het recht verleent, blijft hier derhalve op zijn honger zitten.
Evenmin evenwichtig is het feit dat er toch wel een zware last valt t.o.v. de verlener van het recht terwijl men perfect de casus kan bedenken in de IT-sector waarbij bvb. 2 bedrijven met gelijkwaardige kennis van zaken een samenwerkingsovereenkomst wensen te sluiten en dus de verkrijger van het recht perfect weet waaraan en waaraf, doch de verplichting ten laste blijft van de verlener van het recht met de eraan verbonden strenge sancties, zoals hierna besproken zal worden.
Bij wet wordt daarnaast bepaald dat voor het verstrijken van voormelde bedenktermijn van 1 maand, geen enkele verbintenis mag worden aangegaan of enige vergoeding/waarborg mag worden gevraagd/betaald.
Ook hier kunnen praktische problemen worden verwacht.
Wat immers met de confidentialiteit van de overgedragen gegevens? Mag hieromtrent een geheimhoudingsclausule worden bedongen?
Strikt conform de wet mag geen enkele voorafgaandelijke verbintenis worden aangegaan en is het antwoord neen.
Art. 6 van de Wet bepaalt evenwel dat de gegevens verstrekt door de verlener van het recht confidentieel dienen te blijven, doch hieraan werd geen sanctie verbonden zodat men op het gemeen recht dient terug te vallen, hetwelk een zware bewijslast weerom ten laste van de verstrekker van de gegevens legt om aan te tonen hoe en in welke mate schade werd veroorzaakt door het niet-confidentieel houden van deze gegevens.
Wanneer de Memorie van Toelichting erop wordt nageslagen, dient vastgesteld dat een dergelijke geheimhoudingsclausule voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst wel mogelijk moet zijn. In ieder geval is het absoluut aangewezen voorafgaandelijk een dergelijke confidentialiteitsovereenkomst af te sluiten met voorziening van een forfaitaire schadevergoeding bij niet-naleving ervan.
Een ander praktisch probleem stelt zich ingeval vergunningen en/of huurovereenkomsten voorafgaandelijk dienen te worden afgesloten.
In deze kan worden vastgesteld dat de Wet de praktische gang van zaken belemmert en wellicht rechtspraak hieromtrent meer verfijning zal dienen te verschaffen.
Over te maken gegevens
A) Het ontwerp van de overeenkomst:
Hiermee bedoelt men het definitieve ontwerp na onderhandelingen.
Ook hier vallen praktische problemen te verwachten nu juist aan de hand van de overgemaakte gegevens, die samen met het ontwerp van overeenkomst dienen overgemaakt te worden, wellicht bijkomende onderhandelingen en in de meeste gevallen wijzigingen aan de overeenkomst worden aangebracht, doch dit is anderzijds volgens de wet dus niet mogelijk nu op ditzelfde tijdstip een ontwerp van de definitieve overeenkomst dient overgemaakt te worden …
B) Een afzonderlijk document met een overzicht van:
- De belangrijke contractuele bepalingen voorzien in de commerciële samenwerkingsovereenkomst, opgesomd per onderwerp (dit levert voor de verlener van het recht weerom bijkomend werk nu men ook nog in een apart document per onderwerp de diverse contractuele bepalingen dient te schikken; partijen zijn evenwel niet verplicht al deze bepalingen die worden overgemaakt op te nemen in een effectieve overeenkomst);
- Gegevens nodig voor correcte beoordeling van de overeenkomst.
Onder de bepalingen van rubriek 1 vallen conform de nieuwe wet:
-
het intuïtu personae karakter
-
de resp. verbintenissen
-
de gevolgen van het niet behalen van de verbintenissen
-
de berekeningswijze van de vergoedingen die verschuldigd zijn om het recht te verkrijgen
-
de niet-concurrentiebedingen, hun duurtijd en hun voorwaarden
-
de duurtijd van de commerciële samenwerkingsovereenkomst en de voorwaarden voor hernieuwing
-
de voorwaarden voor opzeg en beëindiging van de overeenkomst, m.n. wat de lasten en investeringen betreft. Hierbij kan gedacht worden aan concretisering van volgende vragen: wat met de stock bij einde terugname? Wie draagt de kosten? Inrichting verkooppunt? enz.
-
de voorkooprechten of de aankoopoptie alsook de regels voor de waardebepaling van de handelszaak bij de uitoefening van deze rechten of deze optie, de exclusiviteiten die zij voorbehouden aan de persoon die het recht verleent .
Onder de bepalingen in rubriek 2 vervolgens, vallen conform de nieuwe wet:
-
de naam of benaming en adresgegevens van de persoon die het recht verleent
-
de identiteit en hoedanigheid van de natuurlijke persoon die namens de rechtspersoon optreedt
-
de aard van de activiteiten van de persoon die het recht verleent; hierbij kan de vraag worden gesteld of de wet niet te scherp heeft afgelijnd dat uitsluitend de activiteiten van de persoon die het recht verleent dienen gegeven te worden nu het niet ondenkbaar is dat in de elektro-business een deelgroep van een elektroketen negotieert m.b.t. een merk A en derhalve uitsluitend haar activiteiten dient te verlenen conform de wet doch het groter geheel ook later de bedoeling heeft met merk B op de markt te komen, gegeven dat derhalve niet aan de contractspartner van de deelgroep dient meegedeeld te worden conform de wet en mogelijks voor deze contractspartner wél een belangrijk element vormt
-
de intellectuele eigendomsrechten waarvan het gebruik wordt toegestaan: is het merk geregistreerd? Op welke datum? Wie is de eigenaar ervan? Over welke rechten beschikt diegene die het recht verleent en op grond van welke titel?
-
de jaarrekening van de laatste 3 boekjaren
-
de ervaring met commerciële samenwerking- en ervaring buiten commerciële samenwerkingsovereenkomsten: men denke aan eigen winkels, pilootprojecten van succesformule
-
historiek, de staat en de vooruitzichten van de markt vanuit algemeen en lokaal standpunt; een marktstudie is hierbij niet vereist
-
historiek, staat en vooruitzichten van het marktaandeel van het netwerk vanuit algemeen en lokaal standpunt
-
voor elk van de voorbije 3 jaren het aantal uitbaters die deel uitmaakten van het Belgisch en van het internationaal netwerk alsook de expansievooruitzichten, dit in algemene zin. Omtrent deze 3 voormelde items kan men zich de vraag stellen hoe ver de te verstrekken informatie eindigt en waar de zone begint waar bvb. belangrijke beleidsbeslissingen zullen worden genomen die impact hebben op het geheel.
-
voor elk van de voorbije 3 jaren het aantal commerciële samenwerkingsovereenkomsten dat is afgesloten, beëindigd op initiatief van de persoon die het recht verleent en op initiatief van de persoon die het recht verkrijgt, evenals het aantal commerciële samenwerkingsovereenkomsten dat niet werd vernieuwd op vervaldag, dit eveneens in algemene zin
-
de lasten en investeringen waartoe de persoon die het recht verkrijgt zich verbindt bij de start en tijdens de duur van de samenwerking. Omtrent de al dan niet strikte interpretatie van de inhoud hiervan is de wet onduidelijk, doch het verdient de voorkeur deze bepaling strikt te interpreteren, meer bepaald deze gegevens te verstrekken m.b.t. specifieke overeenkomst
III. Sanctieregeling
In tegenstelling tot de Unidroit Modelwet waarbij men m.b.t. de sanctie wordt getoetst of de niet-naleving van één van de voorwaarden determinerend zou geweest zijn voor de contractsluiting, bepaalt huidige Belgische wet ongenuanceerd dat de persoon die het recht verkrijgt de mogelijkheid heeft om de NIETIGHEID van de overeenkomst of een clausule ervan in te roepen!
Hij dient deze nietigheid wel in te roepen binnen de 2 jaar na contractsluiting.
Zelfs indien hij tijdens deze 2 jaar vrijwillig de samenwerkingsovereenkomst uitvoert, dekt dit de nietigheid niet en heeft hij alsnog de mogelijkheid om deze in te roepen.
Op heden betreft het een automatische nietigheid, doch dit automatisme zal wellicht dienen afgevlakt te worden in de rechtspraak nu in een heel aantal gevallen deze automatische nietigheid absurd is, bvb. wanneer 28 dagen voor contractsluiting i.p.v. 1 maand de vereiste gegevens worden overgemaakt.
In deze casus kan bezwaarlijk de nietigheid van de overeenkomst als een redelijke sanctie worden gekwalificeerd.
In ieder geval kan worden vastgesteld dat in Frankrijk de wetgeving reeds zo geëvolueerd is dat de nietigheid geen automatisme meer betreft.
Daarnaast dient benadrukt dat de verkrijger van het recht nog steeds de mogelijkheid blijft behouden tot het vorderen van een schadevergoeding!
BESLUIT
De huidige nieuwe wet betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten heeft tot doel de contracterende verkrijger van rechten te beschermen in diverse commerciële samenwerkingsverbanden, doch gaat hierbij ver door aanzienlijke verplichtingen op te leggen aan de verlener van deze rechten, niet altijd even praktisch in te vullen en daarenboven met een zware ongenuanceerde sanctie eraan verbonden. Er is derhalve absoluut een rol weggelegd voor de rechtspraak om deze wet op diverse punten te verfijnen en af te vlakken waar nodig, zoals zal blijken in de praktijk.
Copyright © 2006 Mattijs Voet & Co Overname zonder schriftelijke toestemming is verboden
Disclaimer Deze gratis nieuwsbrief is bedoeld als bron van informatie. De nieuwsbrief beoogt op geen enkele wijze de volledigheid en kan niet worden gelezen of gebruikt als advies. Hoewel de auteurs de grootste zorg besteden aan hun teksten, kan op geen enkele wijze enige aansprakelijkheid voortvloeien uit de inhoud van de nieuwsbrief.