Gelet op het impact van de huidige lock- down vrezen we dat velen van ons direct (door eigen betalingsproblemen ten gevolge van de gedwongen inactiviteit) dan wel indirect (door klanten die betaling van hun hun facturen trachten uit te stellen) geconfronteerd zullen worden met Gerechtelijke Reorganisatie Procedures ( ex W.C.O. ).
In deze nieuwsbrief vindt u een korte opfrissing van de essentie van deze relatief nieuwe vorm om bescherming tegen schuldeisers te realiseren.
Stel: U wordt ter gelegenheid van een strafrechtelijk onderzoek geconfronteerd met de inbeslagneming van goederen. Een eerste vraag die U zich waarschijnlijk zult stellen is hoe U de vrijgave van deze goederen kunt bekomen, maar ook wie beslag kan leggen en waarom.
In bepaalde gevallen kunt u als zaakvoerder of bestuurder aansprakelijk gesteld worden voor fouten die u heeft gemaakt en die schade hebben veroorzaakt, de wetgever heeft een aantal nieuwe aansprakelijkheidsgronden ingevoerd, o.a. de aansprakelijkheid voor onbetaalde BTW en RSZ schulden, zogenaamde bestuursfouten die tot gevolg hebben dat derden (niet de vennootschap waarvoor u de verantwoordelijkheid draagt) schade hebben geleden.
De Programmawet van 20 juli 2006 veranderde de gronden van aansprakelijkheid voor bestuurders van een vennootschap ontzettend en verruimde de basis waarop U als bestuurder kan worden aangesproken.
Bij Koninklijk Besluit van 12 januari 2006 werd bepaald dat de Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten in werking treedt op 1 februari 2006.
De voorlopige hechtenis is de vrijheidsberoving van een verdachte in het kader van een onderzoek in strafzaken. Vermits het een uitzonderlijke situatie betreft en tevens een aantasting is van het fundamentele recht op eerbiediging van de persoonlijke vrijheid, is de voorlopige hechtenis aan zeer strikte voorwaarden onderworpen.
Niemand kan verplicht worden in onverdeeldheid te blijven. Er is slechts sprake van onverdeeldheid bij gelijke rechten op een zelfde goed. Er is dan ook geen onverdeeldheid tussen de blote eigenaars en de vruchtgebruikers. Een vereffening en verdeling kan hetzij in onderling akkoord hetzij, indien de partijen niet akkoord geraken, via de rechtbank bekomen worden. De tussenkomst van een notaris is steeds vereist indien er zich een onroerend goed in de onverdeeldheid bevindt.
Wat te doen indien U naar aanleiding van een verkeersongeval waarin U als dader of slachtoffer betrokken raakte of naar aanleiding van een verkeersinbreuk zonder ongeval (snelheidsovertreding, parkeerinbreuk, negeren van rood licht, intoxicatie en/of dronkenschap achter het stuur), strafrechtelijk gedagvaard wordt voor de bevoegde politierechtbank of indien U voor de bevoegde politierechtbank opgeroepen wordt als mogelijke burgerlijke partij (slachtoffer) ?
Een getuigenverhoor is één van de middelen om betwiste feiten te bewijzen.
Het faillissementsrecht is in volop in beweging !
Sinds 1 januari 2005 is er een nieuwe wet op het gebied van de consumentenkoop* van toepassing. Deze nieuwe wet is de omzetting in het Belgische recht van de Europese richtlijn van 25 mei 1998 “betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van en de garanties voor consumptiegoederen”.
Wat te doen in geval van beslagname wanneer u
of zelf schuldeiser bent en een beslag lastens uw schuldenaar wenst
of schuldenaar bent en lastens u beslag wordt betekend
of noch schuldenaar noch schuldeiser bent en ten onrechte op uw goederen beslag wordt gelegd:
Keuze van huwelijksstelsel
Wie huwt in België zonder een expliciete keuze te maken inzake huwelijksstelsel, is gehuwd volgens het wettelijk stelsel van “scheiding van goederen met gemeenschap van aanwinsten”. In het wettelijk stelsel heeft elke echtgenoot eigen activa en passiva, en bestaat er ook tussen de echtgenoten een huwgemeenschap waarin zich eveneens schulden en goederen zullen bevinden.
De betere verhaalbaarheid van de erelonen en kosten van de advocaat door de hernieuwde rechtsplegingsvergoedingen
Verzwaring van de persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders en zaakvoerders voor RSZ-schulden, bedrijfsvoorheffing en BTW-schulden ingevolge de programmawet van 20 juli 2006.
Onze arbeidswetgeving is stringent, de sociale lasten en fiscale druk op arbeid hoog. Uitwegen worden dan ook gezocht. Eén van deze uitwegen was de samenwerking op zelfstandige basis. Inderdaad, vaak sluiten ondernemingen vooral met hogere kaderleden of met consultants zelfstandige samenwerkingsovereenkomsten af, waarin de modaliteiten van deze samenwerking uitgebreid worden gestipuleerd.
In tegenstelling tot de strafrechtelijke procedure voor de Politierechtbank , waar het Openbaar Ministerie de vervolgende partij is en het Wetboek van Strafvordering het procedureverloop regelt, is in de burgerrechterlijke procedure voor de Politierechtbank de schadelijder de vervolgende partij en zijn de regels van het Gerechtelijk Wetboek van toepassing op het procedureverloop.
Gedurende de periode waarin de voorlopig opschorting van toepassing is, stelt de schuldenaar een herstel – of betalingsplan op, bestaande uit een beschrijvend gedeelte en een bepalend gedeelte.
Wanneer een geschil tussen partijen een situatie veroorzaakt die zo dringend is dat een onmiddellijke regeling moet worden getroffen dan heeft de wetgever voorzien in een specifieke procedure, het “kortgeding” genoemd.
Het fiscaal recht omvat verschillende rechtstakken, waarvan de belangrijkste zijn de inkomstenbelastingen, de B.T.W., de successierechten, de registratierechten en de douanerechten.
De wet tot hervorming van de echtscheiding trad in werking op 1 september 2007 en voerde een aantal belangrijke wijzigingen door inzake het echtscheidingsrecht
Met het oog op het bestrijden van de fiscale fraude en het moderniseren van het effectenrecht heeft de Belgische wetgever bij wet van 14 december 2005 (B.S. 23.12.2005) besloten de effecten aan toonder af te schaffen. De wet voorziet in een geleidelijke en gefaseerde afschaffing van de uitgifte en het gebruik van de effecten aan toonder.
Als burgerlijke procedure kan worden beschouwd elke zaak ingeleid door hetzij een privé persoon hetzij een handelaar lastens een andere privé persoon of handelaar; het verloop van een burgerlijke procedure is anders dan een strafprocedure waar het Openbaar Ministerie (het Parket van de Heer Procureur des Konings) een procedure opstart lastens een individu / rechtspersoon.